Renault Floride / Caravelle 1958 - 1968

In oktober 1958 werd op de Salon van Geneve de Floride geïntroduceerd. De productie werd in juni 1959 gestart. De Floride was gebaseerd op de Dauphine. De eerste Florides hadden de 845cc Ventoux motor van de Dauphine Gordini. De wagen maakte zijn debuut in 3 versies: coupe, cabriolet en convertible (open variant met afneembare hardtop).

In september 1959 werd de Floride voorzien van een gemengde "aerostable" luchtvering. Dit was een vering die bestond uit schroefveren, met in de kern een rubberen veerelement. De cilinderkop van de Ventoux motor werd ook licht hertekend.

In september 1960 droeg het afdekplaatje voor de optionele radio het Van Kleef & Arpels embleem en kenners weten ook dat de Florides van toen af een gewoon "plank" gaspedaal meekregen. Ook de bevestiging van de cabrioletkap werd gewijzigd en was nu praktischer uitgevoerd en er werd een 4-versnellingsbak toegepast.

In september 1961 kreeg de Floride een remkrachtverdeler en een volledig gesynchroniseerde drieversnellingsbak.

In de lente van 1962 verscheen de Floride S ten tonele, verkrijgbaar met of zonder hardtop. De coupé versie heette voortaan Caravelle en de voorsteven werd wat hoekiger en rechter. De grootste wijziging gebeurde onder de motorkap: voortaan deed de hoogmoderne 956 cc motor met vijfmaal gelagerde krukas van de R8 hier zijn dienst. De velgen kregen ventilatiegaatjes, de wagen bezat schijfremmen rondom, iets waar de R8 toentertijd ook sensatie mee maakte. De Caravelles kregen een vierversnellingsbak mee, maar de eerste versnelling was niet gesynchroniseerd.

In september 1962 werd het embleem van de Floride vervangen door dat van de Caravelle en heeft men de keuze tussen een volledig gesynchroniseerde driebak of een vierbak met ongesynchroniseerde eerste versnelling.

In september 1963 worden de Floride S en de Caravelle (type R1131) vervangen door de Caravelle 1100, (type R1133), uitgerust met de 1108 cc motor van de R8 Major, goed voor 55 pk. De vierbak is nu geheel gesynchroniseerd. Op de voorkant prijkt nu de aanduiding "Caravelle" in afzonderlijke letters. Op de motorkap prijkt het label "1100" en onderaan op het rechterspatbord prijkt ook de aanduiding "Caravelle". De snelheidsmeterschaal reikt nu tot 160, en er is een handgreep voor de passagier om meer houvast te hebben bij het snellere bochtenwerk. De Caravelle is nu op en top een "volwassen" auto, waarvan de prestaties nu overeenstemmen met het vlotte uiterlijk.

In september 1964 wordt de cabriolet afgeschaft en blijven alleen de coupé en de convertible over. Het logo Caravelle op het rechtervoorspatbord verdwijnt weer. De achtergrond van de snelheidsmeter wordt nu in zwarte krimplak uitgevoerd.

In september 1965 wordt dank zij een nieuwe "double corps" carburator 57.5 pk gehaald, Het dashboard krijgt ronde klokken en een heus sportstuur vervangt de civiele tweekleursversie dit tot dusver was gemonteerd. De richtingaanwijzers vooraan worden rechthoekig en op de motorkap prijken gewoon de letters "Renault" in plaats van "1100". Vooraan is het Caravelle embleem vervangen door het ruitvormige Renault embleem.

In september 1966 worden aanhechtingspunten voor veiligheidsgordels achteraan voorzien.

In juli 1968 werd de productie na 117.000 exemplaren stopgezet. Hoogst zeldzaam is een Floride in de Parisienne uitvoering, met geschilderd vlechtriet op de zijflanken net als de populaire R4 Parisienne.

SPECIFICATIES