 dinsdag 7 september |
||
 |
Killarney is het bekendste toeristenoord in Kerry, zo niet van geheel Ierland. En dat is begrijpelijk, gezien de omgeving met vele bossen en meren, de bergen en het zachte klimaat waardoor subtropische plantengroei aanwezig is. In de gezellige straten zijn vele winkeltjes met typisch Ierse gevels in verschillende kleuren. Dit alles moesten we natuurlijk ook met onze eigen ogen zien, dus vandaag stond een rondrit over Kerry en Dingle op het programma. Als eerste zijn we naar het gerestaureerde 14e eeuwse torenkasteel Ross Castle en de 20 meter hoge Torc Waterfall geweest. |  |
 |
Om niet tussen de bussen met toeristen terecht te komen zijn we de hoge bergweg via Moll's Gap en de Gap of Dunloe gaan rijden. Echter is dit weggetje heel smal en van erg slechte kwaliteit. Gelukkig liet de Vijf ons niet in de steek. Deze bergweg loopt over het midden van het schiereiland Iveragh door de heuvels van de MacGillycuddy's Reeks. |  |
 |
Prachtig, maar erg toeristisch is de Gap of Dunloe die daarop volgt. Behalve te voet en per fiets wordt deze 6 kilometer lange kloof tussen de MacGillycuddy's Reeks en de Purple Mountain vaak met een Jaunting Car (paard met wagentje) bekeken. Veel auto's komen hier niet. Vandaar dat de mensen ons heel raar aan stonden te kijken. |  |
 |
Na de Gap of Dunloe reden we via de N70 en de R561 naar het mystieke Keltische schiereiland Dingle, met de Brandon en Slieve Mish bergen. We hebben de R559 rond gereden om zo de valleien, ruige kusten, baaien met uitgestrekte stranden en prehistorische monumenten als ringforten en cochans uit de vroeg Christelijke tijd. Kluizenaars leefden al in de 5e eeuw in dit onherbergzame gebied. Het plaatsje Dingle zelf is een bonte verzameling van steile straatjes en pastelkleurige huizen en vissersbootjes. In dit gebied wordt nog Iers gesproken, Gaelic genaamd. |  |